2015/04/20

TIEN JAAR

18 april 2005

M´n twee koffers zitten boordevol met m´n allerbelangrijkste bezittingen, evenals de dingen die ik als eerste nodig zal hebben. Acht dozen vol andere zorgvuldig uitgekozen spullen worden verstuurd als vracht. Alles wat niet in deze dozen en koffers past is weggegooid, weggegeven of verkocht. Zo´n vliegticket is snel geboekt, maar als je dan eenmaal aan het uitzoeken, kiezen en inpakken bent blijkt het toch best wel een hele onderneming, het inpakken van ál je spullen als je gaat emigreren. Wat heb ik wel of niet nodig, wat wil ik graag bewaren, wat mag weg, wat kan ik beter opnieuw kopen als ik daar eenmaal ben? Best lastig al die keuzes. En als alles dan eenmaal uitgekozen en ingepakt is, een beetje een dubbel gevoel. Blij en opgelucht dat het allemaal gelukt is, maar tegelijkertijd wordt het toch ook ineens een stuk definitiever als je eerst al die dozen en daarna ook de koffers in de gang ziet staan.

En dan ineens die dag waar je al zo lang met vooral positieve maar toch ook een beetje gemengde gevoelens naar hebt uitgekeken. 18 april 2005. De datum op m´n vliegticket. In m´n agenda. In m´n hoofd. De datum van m´n vertrek uit Nederland. Enkeltje richting Costa Rica. Nou ja, eigenlijk een retourtje, maar dat was enkel en alleen omdat die goedkoper was dan een enkele reis (die tarieven van vliegtickets zal ik nooit begrijpen...) In m´n achterhoofd zei een klein stemmetje dat ik altijd nog van die terugreis gebruik zou kunnen maken, mochten die eerste weken nou een complete ramp zijn. Niet dat ik daar van uit ging natuurlijk – als je acht dozen als vracht verstuurt ga je er uiteraard niet van uit dat je binnen een paar weken weer richting huis vertrekt. Mijn plan was duidelijk: vertrekken naar Costa Rica om daar te blijven en een nieuw leven op te bouwen. Terug naar Nederland? Jazeker, over een tijd, op familiebezoek, vakantie... maar niet om er te blijven. Maar toch, je weet maar nooit, op de één of andere manier voelde het toch een klein beetje als een geruststelling dat ik die terugreis al geboekt had... al wist ik 99,9% zeker dat ik er geen gebruik van zou maken.

Naast het urenlang selecteren en inpakken van spullen waren de afgelopen weken ook gevuld met momenten van afscheid. Collega’s, vrienden, familie, mensen die ik misschien nooit meer zal zien, mensen die ik vanaf nu maar eens in de zoveel tijd weer even zal ontmoeten. Als sinds je zestiende de voor jou belangrijkste mensen verspreid over de wereld wonen weet je ondertussen wel wat afscheid nemen is, maar helaas is het niet zo dat al die ervaring het afscheid nemen makkelijker maakt. Maar dit keer is het een afscheid met gemengde gevoelens: verdrietig aan de ene kant, maar tegelijkertijd blij om wat me te wachten staat, eindelijk zal ik m´n droom werkelijkheid laten worden.

En dan is het zover. 18 april 2005. Die datum, zo vaak gezien, zo lang naar uitgekeken, maar nu ineens écht dichtbij. ´s Ochtends vroeg, buiten is het nog donker. M´n koffers al in de auto. Voor ik zelf instap nog het afscheid dat ik me jaren later nog zal herinneren als het moeilijkste moment voor m´n vertrek. M´n broertje in de deuropening, samen met m´n schoonzusje. Tranen in mijn ogen. Tranen in zijn ogen. Pas op dat moment dringt het tot me door dat ik hem het meeste zal missen.

De autorit naar Schiphol, nog even wat tijd met papa en mama en dan komt ook dat afscheid – het laatste moeilijke moment voor ik dan echt de definitieve stap zet. Ik weet goed dat het voor hen moeilijker is dan voor mij, maar hoop dat ze mijn keuze kunnen begrijpen en accepteren – misschien niet vandaag, maar ooit. Nog even zwaaien van een afstandje en ik verdwijn door de douane, richting gate van vertrek, richting vliegtuig. Richting mijn eindbestemming: Costa Rica.


18 april 2015

Twee wenkbrauwmotmotten in onze tuin
Blauwe lucht, hier en daar een klein wolkje. Geluiden van veel verschillende vogels om me heen. Kleine en grote, dichtbij en ver weg, in de grote boom in onze tuin, op het dak van het houten schuurtje van de buren en verder weg, uit het zicht maar wel goed te horen. Hoog in de lucht zweven een paar grote roofvogels, op zoek naar hun volgende prooi. Een kolibri op zoek naar eten, druk druk druk, geen tijd om even te gaan zitten om z´n vleugels te laten uitrusten, continu in beweging. Een geel kevertje klimt omhoog langs een lange grasspriet op een halve meter van me vandaan. Een paar honden blaffen in de verte en de bladeren van een bananenplant ritselen in de wind. Op onze schutting strijkt ineens een wenkbrauwmotmot neer. Wat een prachtige vogel is dat toch, zo bijzonder dat deze zo vaak in onze eigen tuin te zien is, of onderweg als ik ´s ochtends vroeg ga hardlopen. Ik kijk en de kleuren van de motmot gaan langzaam op in de kleuren van de achtergrond: de bomen, de huizen in de verte in het dal, de achterliggende bergen. Even droom ik weg, genietend van de rust. Twee peuterstemmetjes halen me weer terug. “Mama, wat is dat?” Zonder twijfel de meest gestelde vraag op dit moment – ik denk dat ik hier toch zeker zo´n tachtig keer per dag antwoord op geef, misschien wel vaker. Best vermoeiend soms, maar ik probeer er maar vast aan te wennen voordat straks de volgende fase begint en het “wat is dat?” plaats zal maken voor het waarschijnlijk veel lastigere “waarom?”

Ik kijk op en zie m´n twee meiden achter het hek van hun speelplek staan met wat gras in hun handen. “Dat is gras”, antwoord ik, ondanks dat ik weet dat zij dat al heel goed weten. “Kijk eens mama, gras, voor jou! Om te eten!” Lachend steken ze hun handjes met het gras door het hek. Wat zijn ze mooi en wat zijn ze al groot. Als de dag van gisteren herinner ik me hoe klein ze waren vlak na hun geboorte. Zes weken te vroeg, allebei maar nauwelijks twee kilo. En nu, twee grote meiden van ruim tweeënhalf jaar die steeds meer hun eigen unieke karakters laten zien en steeds zelfstandiger beginnen te worden (“Zelf doen!”) Het is zeker niet makkelijk, de zorg voor eerst twee baby’s en nu twee peuters tegelijk. Maar wat een rijkdom is het ook tegelijkertijd. Wat voel ik me gelukkig als ik ze samen zie spelen en lachen. En als ik zie hoe ze genieten als ze buiten spelen in onze tuin, omringd door zoveel mooie natuur.

Had ik dit beeld al in gedachten toen ik tien jaar geleden dat vliegtuig in stapte? Had ik me toen kunnen voorstellen dat m´n leven er tien jaar later zo uit zou zien? Ik had wel een aantal ideeën en wensen maar wist uiteraard niet hoe alles zou verlopen. Dat ik ondertussen getrouwd zou zijn en kinderen zou hebben? Ja, waarschijnlijk wel. Een tweeling? Nee, dat was een totale verrassing. Dat ik in een eigen huis in een klein dorpje in de bergen zou wonen met een mooie grote tuin? Nee, ik had verwacht in of nabij San José te blijven, maar ben nu ontzettend blij dat we deze plek jaren geleden hebben ontdekt en dat we gelukkig toen de mogelijkheid hadden om de grond te kopen en er in de jaren er na ons eigen huis op te bouwen. Dat ik nog steeds in Costa Rica zou zijn? Ja, dat lag vanaf het eerste moment wel in de planning, al wist ik toen niet helemaal zeker of het ook daadwerkelijk zo zou lopen.

Tien jaar alweer sinds dat moment waarop ik in dat vliegtuig stapte, tien jaar sinds ik voor de vierde keer aankwam in Costa Rica, maar nu om er te blijven. Zoveel dingen gebeurd in de afgelopen tien jaar, zoveel nieuwe ervaringen en bijzondere herinneringen, zoveel veranderd in m´n leven maar ook zoveel hetzelfde gebleven. De mensen die de grootste rol spelen in mijn leven zijn er nog steeds, sommigen nu heel dichtbij, anderen nu ver weg, maar even belangrijk of belangrijker dan tien jaar geleden. Naast diegenen die er al waren zijn er een paar jaar geleden twee nieuwe kleine persoontjes bij gekomen, en wat maken zij me gelukkig. Ik kijk uit naar de komende tien jaar met m'n dochters, m´n man en anderen om me heen. Hoe m´n leven er over tien jaar uit zal zien? Ik weet het niet. Of ik dan nog steeds in Costa Rica zal wonen? Waarschijnlijk wel, maar ik zal niet zeggen dat ik het 100% zeker weet. Je weet immers nooit hoe het leven kan lopen...

1 opmerking: